Algemeen
De Californische trips (Frankliniella occidentalis) is tegenwoordig de schadelijkste tripssoort in vele kasgewassen. De Californische trips (Frankliniella occidentalis) kan worden aangetroffen op veel verschillende plantensoorten, onder andere op vele bedekte groente- en sierteeltgewassen en op diverse onkruiden. Het is vooral een belangrijk plaaginsect in komkommer, paprika, aubergine en in vele siergewassen.
Levenscyclus en uiterlijk van de Californische trips
De Californische trips (Frankliniella occidentalis) doorloopt 6 ontwikkelingsstadia: ei, 2 larvenstadia, voorpop, pop en ten slotte het volwassen insect. De Californische trips (Frankliniella occidentalis) legt eieren in bladeren, bloemblaadjes en zachte stengeldelen. Ze worden in het plantweefsel gelegd met een op een zaag gelijkende legboor.
De larven zijn bijna doorschijnend wit of geelachtig tot oranjegeel van kleur, met een grote kop en helderrode ogen. De kleur van volwassen vrouwtjes varieert sterk, van bijna wit en geelachtig oranje tot bijna zwart.
De Californische trips(Frankliniella occidentalis) verpopt zich over het algemeen in de grond, maar er zijn ook poppen te vinden op bladeren, in bloemen of op andere beschutte plaatsen. De voorpop- en popstadia zijn te herkennen aan de vleugelaanleg. In vergelijking met een voorpop heeft een pop langere vleugelstompjes en langere antennen, die achterwaarts over de kop zijn gebogen. De voorpop- en popstadia eten niet en ze bewegen alleen als ze worden verstoord. Bij adulten zijn de twee paar vleugels volledig ontwikkeld.
Schadebeelden
Een trips veroorzaakt schade aan de plant door cellen van het oppervlakteweefsel aan te prikken en leeg te zuigen. Het weefsel rondom deze voedingsplaatsen sterft vervolgens af. Hierdoor ontstaan zilvergrijze vlekken op de bladeren, en de zwarte puntjes van de uitwerpselen zijn een aanwijzing voor de aanwezigheid van trips in het gewas. De groeikracht van de plant vermindert door verlies van bladgroen. Bij een ernstige aantasting kunnen de bladeren verdrogen.
De Californische trips (Frankliniella occidentalis) heeft een voorkeur voor ontwikkelende weefsels, zoals bloemknoppen of groeipunten. Als deze weefsels uitgroeien, zien de bladeren en bloemen er ernstig misvormd uit. Ernstig aangetaste bloemknoppen kunnen soms zelfs dicht blijven. Ook kunnen vruchten beschadigd en misvormd worden, zelfs bij een relatief lage tripsdichtheid, zoals bijvoorbeeld de ‘varkensstaartjes’ die soms worden aangetroffen bij komkommer. In veel siergewassen kunnen zelfs zeer lage tripsaantallen al veel schade veroorzaken, door de overdracht van virussen of door beschadiging van de bloemen, bijv. bij roos.
De Californische trips (Frankliniella occidentalis) is de belangrijkste overbrenger voor zowel het tomatenbronsvlekkenvirus (TSWV) als het impatiensvlekkenvirus (INSV). Beide virussen hebben een zeer groot aantal waardplanten. Vaak kan één waardplant geïnfecteerd worden met beide virussen.