Algemeen
Grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana/Botrytis cinerea) komt in veel omstandigheden algemeen voor. Hij overleeft in plantendelen zoals bollen en gewasresten, of als sclerotiën (droogte- en kouderesistente vormen) in de grond.
Levenscyclus en uiterlijk van grauwe schimmel
Om te ontkiemen hebben de sporen van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana/Botrytis cinerea) vocht (dauw, regen, irrigatiewater) en voedingsstoffen nodig. Ze ontkiemen ook bij een zeer hoge luchtvochtigheid (>93%) op droge planten. De kiembuis groeit in de plant. Grote schimmel (Botryotinia fuckeliana/Botrytis cinerea) is een necrotrofe schimmel, wat betekent dat hij stoffen uitscheidt waardoor de plantencellen afsterven, en vervolgens de inhoud van de plantencellen als voeding gebruikt. Op de plaats van infectie worden binnen enkele dagen nieuwe sporen gevormd. Onder ongunstige omstandigheden voor kieming kunnen de sporen enkele dagen op het oppervlak van de plant overleven en alsnog ontkiemen wanneer de relatieve luchtvochtigheid toeneemt, bijvoorbeeld wanneer snijbloemen worden geoogst en naar de koeling gaan.
De schimmel kan ook voldoende vocht krijgen door wonden, bijvoorbeeld snoeiwonden op de stengel van komkommer en tomaat.
In het algemeen wordt grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana/Botrytis cinerea) beschouwd als een zwakteparasiet, die alleen verzwakte of beschadigde planten kan infecteren.
Schadebeelden
Grijsbruine plekken zijn het meest voorkomende symptoom. Daarom heet Botryotinia fuckeliana/Botrytis cinerea in het Nederlands ‘grauwe schimmel’. Deze plekken kunnen voorkomen op bladeren, stengels, vruchten en bloemen. Op bloemen verschijnen meestal eerst kleine ronde vlekken, de ‘pokken’. Ze groeien al dan niet uit tot grotere grijsbruine plekken. Vaak is de aantasting van de vruchten, bloemen en diverse delen van potplanten pas te zien tijdens en na gekoelde opslag. In sla maakt grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana/Botrytis cinerea) deel uit van het voetrotcomplex, waardoor de wortel gaat rotten en de plant kan afsterven. In komkommer en tomaat vormt de schimmel plekken op snoeiwonden. Deze plekken kunnen om de stengel heen groeien, waardoor het deel van de plant boven de plek verwelkt en afsterft.
Bij groente en aardbei tast grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana/Botrytis cinerea) vruchten aan. Potplantstekken sterven af door een infectie die is overgedragen vanaf een besmette moerplant.
Schadebeelden
Preventie van grauwe schimmel
- Zorg dat het gewas regelmatig groeit, zonder te veel vegetatieve groei, zodat het microklimaat niet vochtig genoeg is voor grauwe schimmel
- Zorg bij bedekte teelten voor voldoende ventilatie
- Verwijder zieke planten(delen) in een gesloten plastic zak
- Bij tomaat: gebruik een mes om blad te snoeien. Doe dit niet met de hand om te voorkomen dat er ruwe, onregelmatige wondoppervlakken ontstaan
- Bij komkommer:
- verwijder dode bladeren van de stengel, vooral in het najaar, omdat stengels vanaf deze bladeren kunnen worden geïnfecteerd waardoor de plant geheel kan afsterven
- Handhaaf een hogere luchtvochtigheid zodra er stengels geïnfecteerd zijn, aangezien er meer planten doodgaan bij een lagere luchtvochtigheid
- Verwijder vruchten die gaan afvallen, aangezien deze na het afvallen kunnen worden geïnfecteerd, waardoor een grote hoeveelheid inoculum ontstaat
- Bemesting met extra calcium en/of silicium versterkt de celwanden, zodat het lastiger is voor de schimmel om de bladeren binnen te dringen
Voorkom plantenziekten door te zorgen voor een optimale groei, ontwikkeling en weerbaarheid van het gewas.