Wat zijn mineervliegen?
Mineervliegen behoren tot de orde Diptera (vliegen en muggen) en vormen de familie Agromyzidae. Dit is een familie van kleine vliegjes waarvan de larven ‘mijnen’ (gangen) in bladeren van planten eten. Er bestaan vele mineervliegsoorten die vooral in gematigde streken op verschillende gewassen voorkomen. Onder natuurlijke omstandigheden worden de larven van deze soorten geparasiteerd door diverse sluipwespen en vormen ze nauwelijks een probleem. Door gebruik van pesticiden kunnen de natuurlijke vijanden echter gedood worden, waardoor de mineervliegpopulatie kan uitgroeien tot een plaag. Daarnaast ontregelen de chemische middelen die gebruikt worden om mineervliegen te bestrijden de biologische bestrijding van andere plaaginsecten in een gewas. De mineervliegsoorten die schade veroorzaken in de tuinbouw zijn meestal polyfaag, wat wil zeggen dat ze zich voeden met vele gewassen. Dit is echter niet algemeen voor de familie Agromyzidae. Van de ongeveer 2.500 soorten in deze familie zijn er maar elf echt polyfaag. De soorten die de ergste schade veroorzaken, behoren allemaal tot het geslacht Liriomyza en zijn zeer algemeen in gematigde gebieden.
Schade door mineervliegen
Mineervliegen veroorzaken zowel directe als indirecte schade aan planten. De meeste directe schade wordt veroorzaakt door de mijnen die door de larven worden gevormd. Dit kan leiden tot verdroging, vroegtijdig bladverlies en cosmetische schade. In (sub)tropische gebieden kan dit leiden tot verbranding van vruchten zoals meloen en tomaat. Door bladverlies vermindert ook de opbrengst van het gewas. Bij volgroeide planten van vruchtgroentegewassen kan echter een aanzienlijke hoeveelheid blad gemist worden voordat oogstreductie optreedt. De grootte van een mijn is afhankelijk van het ontwikkelingsstadium van het blad, de waardplantsoort en de mineervliegsoort. Oudere larven maken bredere mijnen. Ook voedingsstippen veroorzaakt door volwassen vrouwtjes kunnen de opbrengst van een gewas verminderen. Dit is met name van belang in sierteeltgewassen. Bij andere gewassen speelt schade door voedingsstippen normaal gesproken een minder grote rol. Zaailingen en jonge planten kunnen totaal vernield worden als gevolg van de directe schade door mineervlieg. De relatie tussen populatiegrootte, bladschade en opbrengstvermindering wordt beïnvloed door het seizoen, de teeltmethode en de gevoeligheid van de waardplant. Deze gevoeligheid kan zelfs tussen verschillende rassen sterk variëren. Er ontstaat indirecte schade als pathogene schimmels of bacteriën het plantenweefsel binnendringen via de voedingsstippen.