Algemeen
Larven van de muggen Lyprauta cambria, Proceroplatus trinidadensis en Lyprauta chacoensis (familie Keroplatidae) worden in verband gebracht met wortelschade in potorchideeën, met name in kassen in Nederland. Nederlandse telers noemen deze larven potwormen, maar ze mogen niet verward worden met de echte potwormen, kleine regenwormen uit de familie Enchytraeidae.
Levenscyclus en uiterlijk van Lyprauta
De adulten van de drie soorten zijn te onderscheiden aan hun vleugelpatroon. Adulten van P. trinidadensis hebben allerlei donkere accenten verspreid over hun vleugels. Adulten van L. cambria hebben een grote, donkere tekening bij het topje van hun vleugels, en verder twee kleinere tekeningen. Adulten van L. chacoensis hebben maar één klein donker vlekje op hun vleugels.
De eieren van Lyprauta sp. zijn zwartgrijs en rond. De larven van Lyprauta sp. zijn doorschijnend grijswit, lang en dun. De kop is bruin of roodachtig. De poppen zijn wit tot geel en bevinden zich in een dicht web.
De volwassen vliegen zijn lang en dun. Ze hebben een donkerbruine kop met korte antennen. Hun borststuk is bruingeel en het achterlijf is bruin met gele strepen. De vleugels zijn doorschijnend lichtbruin met duidelijk zichtbare aders en vlekken.
De larven leven tussen de wortels en schors in orchideeënpotten. Ze produceren zure webben (pH 2,7 of lager) die bestaan uit centrale draden waar ze zelf overheen lopen, en meer netachtige delen met talrijke druppels oxaalzuurhoudend speeksel voor het vangen en doden van prooien en voor beschutting.
Schadebeelden
Bij de symptomen gaat het om oppervlakkige schade aan wortels. Vooral de wortelpunten worden aangetast. Ze worden zwart en beginnen van binnen te rotten. Net boven het beschadigde gedeelte worden grote aantallen nieuwe zijwortels gevormd. Dit resulteert uiteindelijk in minder bloemstengels en een langer vegetatief stadium. Via de beschadigingen aan de wortels kunnen er ook ziekteverwekkers binnendringen.