Liriomyza trifolii

Floridamineervlieg

Larva of the American serpentine leafminer Liriomyza trifolii
Larva of the American serpentine leafminer Liriomyza trifolii

Algemeen

De floridamineervlieg (Liriomyza trifolii) komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, maar komt sinds 1976 ook voor in Europa. De floridamineervlieg (Liriomyza trifolii) is zeer polyfaag en leeft dus op vele waardplanten, zoals chrysant, gerbera, gypsophila, selderij, paprika, erwt, boon en aardappel. In kassen komt hij met name voor op gerbera en chrysant. Tegenwoordig is het insect over de hele wereld te vinden.

Over de floridamineervlieg

Levenscyclus en uiterlijk van de floridamineervlieg

Mineervliegen doorlopen de volgende ontwikkelingsstadia: ei, drie larvenstadia, een popstadium en het volwassen stadium. Volwassen mineervliegen zijn kleine, geel met zwart gekleurde vliegjes van hooguit enkele millimeters. Een volwassen vrouwtje maakt met haar getande legboor een gaatje om zich te voeden of om eieren te leggen, gewoonlijk aan de bovenkant van het blad. Eistippen zijn ovaal en moeilijk te onderscheiden van voedingsstippen.

De larven van Liriomyza trifolii zijn volledig okergeel van kleur. Als de larve uit het ei komt, begint hij direct met eten. De larve vreet zich een weg door het bladmoes en vormt daarmee een mijn in het blad. De buitenste lagen van het blad en de stengel blijven intact. Kort voor het verpoppen bijt de volgroeide larve met zijn monddelen een sikkelvormig gat in het blad. Na ongeveer een uur kruipt hij uit het blad en laat zich op de grond vallen. Dit gebeurt vroeg in de ochtend. De larve kruipt in de grond om zich te verpoppen. Een klein percentage van de larven blijft aan het blad hangen en verpopt zich daar.

Bestrijding van de floridamineervlieg