Algemeen
De gevlekte bladluis (Neomyzus circumflexus) komt over de hele wereld voor en heeft een brede waardplantenreeks. In een gematigd klimaat vormt deze bladluis voornamelijk een plaag in kassen, waar hij allerlei siergewassen aantast, zoals chrysanten, begonia en fuchsia, en daarnaast ook paprika.
Levenscyclus en uiterlijk van de gevlekte bladluis
Bladluizen vervellen vier keer voordat ze het volwassen stadium bereiken. Elke keer blijft er een witte vervellingshuid achter die hun aanwezigheid in het gewas verraadt.
De gevlekte bladluis plant zich volledig ongeslachtelijk voort, met onbevruchte levendbarende vrouwtjes die voortdurend nieuwe generaties vrouwtjes voortbrengen. De levenscyclus van deze bladluis bevat geen geslachtelijk stadium.
De vleugelloze vrouwtjes van de gevlekte bladluis zijn glanzend witachtig, geelachtig of groen. Ze hebben zwarte dwarsbanden achter de kop, die onderbroken worden langs de middellijn. Verder hebben ze een grote hoefijzervormige vlek op de rugzijde van het achterlijf. Deze zwarte tekening kan zeer variabel zijn. Volwassen vrouwtjes zijn ongeveer 1,2-2,6 mm groot. Onvolwassen gevlekte bladluizen hebben meestal dezelfde basiskleur als hun ouders, maar zonder de kenmerkende zwarte tekening.
Schadebeelden
Grote kolonies van gevlekte bladluizen kunnen de groeikracht van de plant sterk verminderen en de plant doden door plantensap te zuigen. Ook bij lagere dichtheden kunnen de bladluizen planten beschadigen doordat ze grote hoeveelheden honingdauw produceren, die een uitstekende voedingsbodem vormen voor roetdauwschimmel. Als de schimmel een groot deel van de bladeren bedekt, kan de fotosynthese geremd worden. Ook resulteert dit in een onaantrekkelijke plant met een veel lagere marktwaarde. Neomyzus circumflexus kan ook plantenvirussen overdragen.