Roofwants Orius Laevigatus is een must in elke tripsgevoelige teelt

Het prooibereik van Orius laevigatus is breed. Deze omvat onder andere plaaginsecten als bladluizen, witte vlieg, mijten en trips. Met een duidelijke voorkeur voor die laatste groep. Ook kan deze roofwants zich voeden met planten, met bijvoorbeeld het stuifmeel ervan. Dit betekent dat je Thripor-L preventief al kan inzetten op voorwaarde dat er bloemen in het gewas aanwezig zijn.

De volwassen Orius laevigatus zal alle stadia van trips bestrijden. De nimfen daarentegen gaan enkel tripslarvan bestrijden. Vanaf dat de roofwants, trips gevonden heeft, zal het zijn prooi vasthouden en leegzuigen met hun steeksnavel.

Om een optimale ontwikkeling te krijgen van Thripor-L heb je voldoende temperatuur nodig. De meest gunstige temperatuur is vanaf 15°C. Onder de 15°C gaat de roofwants in diapauze en gaat die zich niet verder ontwikkelen.

Vanaf dat de omstandigheden optimaal zijn voor de ontwikkeling, kan je de roofwants introduceren. Dit aan 0,5 – 1 roofwants per meter mits bijvoederen met Entofood. Het bijvoederen doe je wekelijks een 6-tal keer op de plaats waar je de roofwants hebt uitgezet. Op deze manier bouw je snel een optimale populatie op.

Orius Laevigatus zal je een heel seizoen bescherming bieden tegen trips en dus ook bijdragen aan de bestrijding van een enklele bladluis.