Algemeen
De tabaksperzikluis (Myzus persicae subsp. nicotianae) is waarschijnlijk in het Verre Oosten ontstaan uit de groene perzikluis en is vooral een plaag op tabak in zowel de Verenigde Staten als Zuid-Amerika. De tabaksperzikluis (Myzus persicae subsp. nicotianae) komt ook in diverse kasgewassen voor, zoals in paprika, aubergine, chrysant en diverse potplanten en snijbloemen.
Levenscyclus en uiterlijk van de tabaksperzikluis
Bladluizen hebben een ingewikkelde levenscyclus, met zowel gevleugelde als ongevleugelde adulten. De bladluizen vertonen ook een grote verscheidenheid in kleur. Bij ongeslachtelijke voortplanting worden de bladluizen geboren als jonge nimfen. Ze beginnen zich meteen te voeden met plantensap en groeien snel. Bladluizen vervellen vier keer voordat ze het volwassen stadium bereiken. Elke keer blijft er een witte vervellingshuid achter die hun aanwezigheid in het gewas verraadt.
De vleugelloze tabaksperzikluizen (Myzus persicae subsp. nicotianae) zijn altijd roze of rood. Ze zijn mat, nooit glimmend. Gevleugelde exemplaren hebben een bruinzwarte kop en borststuk en een roodachtig achterlijf. Er zit een donkerbruine vlek midden op hun achterlijf en er lopen enkele zwarte dwarsbanden over hun lichaam. De bladluizen zijn 1,2-2,3 mm lang. Hun antennen zijn 0,7-1,0 keer zo lang als hun lichaam en reiken tot aan de sifonen.
Schadebeelden
De nimfen en adulten onttrekken voedingsstoffen aan de plant en verstoren de groeihormonenbalans. Hierdoor wordt de groei geremd en ontstaan er afwijkende bladeren of, wanneer de aantasting vroeg in het seizoen optreedt, kunnen jonge plantjes zelfs dood gaan. Door de groeiremming en het afvallen van aangetaste bladeren vermindert de opbrengst.
Plantensap is rijk aan suiker, maar arm aan eiwitten. Hierdoor moeten bladluizen veel sap opnemen om voldoende eiwitten binnen te krijgen. De overtollige suiker wordt door de bladluizen in de vorm van honingdauw weer uitgescheiden, waardoor het gewas en de vruchten kleverig worden. Op de suikers kunnen zwarte roetdauwschimmels (Cladosporium spp.) groeien die de vruchten of siergewassen vervuilen, waardoor deze onverkoopbaar worden. Tevens neemt de fotosynthese van de bladeren af, waardoor de productie daalt. De bladluizen zitten meestal dicht bij elkaar in groepjes, alhoewel ze zich ook lopend kunnen verspreiden door het gewas. De tabaksperzikluis houdt zich op in dichtere kolonies en meer in de top van de plant, in vergelijking met de groene perzikluis. In welke mate de tabaksperzikluis (Myzus persicae subsp. nicotianae) ook virussen kan overbrengen, is niet bekend.