Cryptolaemus montrouzieri voor de bestrijding van wolluis
De roofkever Cryptolaemus montrouzieri is een keversoort die behoort tot de familie Coccinellidae. Het nuttige insect is een kleine maar zeer effectieve roofdier in de biologische bestrijding. Deze keversoort komt oorspronkelijk uit Australië en predeert voornamelijk op wolluizen, waaronder soorten als de citruswolluis en de langstaartwolluis.
De roofkever Cryptolaemus montrouzieri wordt gebruikt voor de bestrijding van de volgende plagen:
-
Wolluizen: d.w.z. citruswolluis (Planococcus citri), langstaartwolluis (Pseudocous longispinus).
De natuurlijke vijand Cryptolaemus montriouzieri is bij Koppert verkrijgbaar als Cryptobug en Cryptobug-L.
Mealybug species
Beste omstandigheden voor gebruik van Cryptolaemus montrouzieri
De minimumtemperatuur voor gebruik van Cryptobug en Cryptobug-L is 16°C/61°F. Omdat Cryptolaemus montouzieriechter van hoge temperaturen houdt, is Cryptobug het meest effectief bij temperaturen tussen 25°C en 28°C (68 en 82°F).
Voedingsgedrag van Cryptolaemus montrouzieri
Alle bewegende stadia van Cryptolaemus montriouzieri prederen op wolluizen, grijpen hun prooi en eten deze volledig op. Volwassen lieveheersbeestjes en jonge larven geven de voorkeur aan de eieren en jonge larven, terwijl oudere larven alle stadia van wolluizen in gelijke mate lijken te prederen. Volwassen lieveheersbeestjes kunnen goed vliegen en kunnen zich over een groot gebied verspreiden op zoek naar prooi. Hoewel Cryptolaemus montrouzieri een voorkeur heeft voor wolluizen, staat deze soort bekend als een polyfage roofdier. Soms worden ook andere insecten gegeten die verwant zijn aan wolluizen, zoals zachtschubbigen of bladluizen. Deze kever is echter het meest effectief in het bestrijden van grote populaties wolluizen. Zodra de voorraad wolluizen onvoldoende wordt, vliegen de lieveheersbeestjes weg op zoek naar een nieuwe prooi. Soms nemen de larven onder deze omstandigheden hun toevlucht tot kannibalisme. Bij een temperatuur van 21°C eet een larve, gedurende de hele periode van zijn ontwikkeling tot volwassen kever, meer dan 25 nimfen van wolluizen uit de tweede en derde instar. De larven van het late derde en vierde stadium zijn het vraatzuchtigst en eten tot 30 wolluizen per dag. 226 Kevers en larven zijn het actiefst in zonnige omstandigheden. Boven 33°C komt hun zoekgedrag tot stilstand, terwijl ze onder 16°C vertragen tot de activiteit stopt bij temperaturen onder 9°C.