Neoseiulus californicus

De roofmijt Neoseiulus californicus (voorheen Amblyseius californicus) wordt vaak gebruikt voor de biologische bestrijding van spint. Hoewel Neoseiulus californicus een voorkeur heeft voor spint, kan hij zich ook voeden met andere voedselbronnen zoals andere mijten, trips of stuifmeel. Deze roofmijt verdraagt hogere temperaturen, lagere luchtvochtigheid en pesticiden beter dan Phytoseiulus persimilis. Hij kan langer overleven dan Phytoseiulus persimilis wanneer spint schaars is en kan kleine spintpopulaties op langere termijn effectiever onder controle houden.

Biologische bestrijding met Neoseiulus californicus

Neoseiulus californicus wordt gebruikt voor de bestrijding van de volgende plagen:

  • Spintmijten

De mijten van Neoseiulus californicus zijn actief op zoek naar en prooien op verschillende soorten spintmijten, waaronder de spintmijt (Tetranychus urticae). De roofmijt kan zich ook voeden met andere voedselbronnen zoals andere mijten, trips of stuifmeel.

Voedingsgedrag van Neoseiulus californicus

Neoseiulus californicus is een selectieve roofmijt uit de familie van de Tetranychidae. Hij voedt zich dus het liefst met spintmijt, maar kan ook overleven op ander voedsel, zoals andere mijten, trips of stuifmeel. Roofmijten prikken hun prooi aan en zuigen de inhoud eruit. Neoseiulus californicus heeft een lichte voorkeur voor de juveniele stadia van spintmijt Tetranychus urticae (eieren, larven en nimfen) ten opzichte van de adulten. Volwassen vrouwtjes van de roofmijt voeden zich echter met alle stadia van spintmijt Tetranychus urticae, terwijl de roofmijtlarven zich voeden met eieren, en de roofmijtnimfen met eieren, larven en nimfen.

Net zoals Phytoseiulus persimilis verplaatst deze roofmijt zich eenvoudig over de spintmijtwebben. Wanneer er spintmijt is, geeft Neoseiulus californicus daaraan de voorkeur. Zijn populatieontwikkeling verloopt veel sneller op een dieet van spintmijt dan met andere voedselbronnen. Neoseiulus californicus overleeft ook langer dan Phytoseiulus persimilis in volledige afwezigheid van voedsel. Hij wacht dan af in het gewas totdat er een nieuwe prooi komt.

Levenscyclus van Neoseiulus californicus

De ontwikkelingsstadia van Neoseiulus californicus zijn gelijk aan die van de andere Phytoseiidae, namelijk ei, larve, proto- en deutonimf en het volwassen stadium. De volwassen mijten zijn lichter en hebben een platter, langwerpiger lichaam dan Phytoseiulus persimilis. Ze lijken veel op andere roofmijten die worden gebruikt voor biologische bestrijding, zoals Neoseiulus cucumeris, Amblyseius swirskii en Amblydromalus limonicus. Ze zijn ca. 0,4 mm groot. De eieren zijn ovaal en doorschijnend tot wit van kleur. Ze worden gelegd aan de onderzijde van het blad. Ze zijn kleiner dan die van Phytoseiulus persimilis, maar vergelijkbaar met eieren van andere roofmijten, zoals bijv. Amblyseius swirskii en Amblydromalus limonicus. De larven hebben drie paar poten en eten wel eieren van spintmijten, dit in tegenstelling tot larven van Phytoseiulus persimilis. De nimfen en adulten zijn doorschijnend wit. In veel gevallen schijnt de kleur van het opgenomen voedsel door hun huid, zichtbaar als een X-vormige tekening op de rug. Als ze een tijdje geen voedsel hebben gehad, worden ze magerder en egaal transparant van kleur.

Beste omstandigheden voor het gebruik van Neoseiulus californicus