Biologische gewasbescherming in aardbeiteelt evidentie geworden
Waar een aantal jaren terug IPM nog volop aan een opmars bezig was in de aardbeiteelt, is het vandaag de dag voor vele telers een evidentie geworden.
Monitoring en scouting
Na planting Rollertraps en Horiver ophangen in het gewas blijft een must. Je moet immers weten welke plagen je waar in je gewas hebt. Ze zullen tijdens de teelt ook de basis vormen van de biologische gewasbescherming.
Trips, spint en witte vlieg
Vooral trips en spint worden op een geïntegreerde manier aangepakt. Aan het begin van de teelt worden daarom preventief Thripex-Plus en Spical-Plus zakjes geïntroduceerd in het gewas. Door middel van de zakjes gebeurt de opbouw van deze nuttigen rustig maar zeker. De bedoeling is dat tegen de tijd dat plagen de kop beginnen op te steken de populatie goed is opgebouwd om de plagen te kunnen onderdrukken. Duikt er hier of daar toch een haard op? Dan kunnen curatieve producten als Spidex en Thripor hulp bieden. Thripor zal de trips in uw gewas controleren terwijl Spidex zich focust op spint.
Naast voorgaande zit ook Limonica opgenomen in de strategie. Deze Amblydromalus limonicus is actief vanaf 14°C en daarom uiterst geschikt voor de aardbeiteelt. Met de lancering van de voedermijt Carpoglyphus lactis is het nu mogelijk de populatie Limonica op te bouwen.
Gevorderde aanpak
Resistentie en verdwijnen van toelatingen, zorgen ervoor dat niet alleen trips, witte vlieg en spint op een geïntegreerde manier worden aangepakt. Meer en meer telers vertrouwen op nuttige insecten om ook plagen zoals bladluis onder controle te houden met producten als Aphiscout, Chrysopa, Aphidend, ...
Innovatieve aanpak
Naast het introduceren van nuttige insecten, vinden meer en meer telers het belangrijk een gezond en sterk gewas te hebben.
Sinds verschillende jaren zijn we binnen Koppert aan de slag met Natugro (Natural Growing). Een systeem van biostimulanten en microorganismen om de plant sterker te maken. Een van de best gekende producten van dit systeem is Trianum. Na jaren van testen begrijpen we wanneer, wat en hoe we de plant weerbaarder kunnen maken. Het bemestingsschema wordt aangepast om overtollige meststoffen te bannen. Daarnaast wordt het bodemleven gestimuleerd waardoor de plant bepaalde stoffen gemakkelijker kan opnemen. De energie die hierdoor gespaard wordt komt ten goede van de productie. Om er zeker van te zijn dat alles goed verloopt, wordt alles met de nodige analyses op de voet gevolgd.
Samengevat worden er minder anorganische meststoffen gebruikt, wordt de plant minder gevoelig voor ziekten en plagen en boeten we niet in op de productie, in tegendeel zelfs!
Vraag raad aan jouw Koppert consultant!