Categorie: Artikel
Publicatiedatum: februari 16, 2023

Biologische gewasbescherming doordrager

Biologische gewasbescherming doordrager

Door de energieproblematiek zijn telers genoodzaakt om andere en duurzamere oplossingen te zoeken om hun teelt zo goed mogelijk te laten verlopen. Ook neemt het aantal chemische middelen af. Bij Koppert hebben we een optimale IPM strategie om biologische gewasbescherming zo goed mogelijk te laten verlopen.

Gedurende de hele teelt zijn er verschillende plagen die de kop kunnen opsteken. Tegen die plagen moeten we de plant beschermen, dat kan met onze Koppert producten. Het is dan ook belangrijk om het gehele seizoen alert te zijn en de populatie gewasbeschermers op peil te houden.

Trips

Trips kan veel schade geven in de aardbeiteelt. De volwassen tripsen en larven verstoppen zich in de gesloten bloemknoppen en prikken in de bloembodem wat leidt tot misvormde vruchten. Afhankelijk van de tripssoort die er zit kan je verschillende schadebeelden krijgen van trips nl. katteneuzen, bronsverkleuring, doffe en stugge vruchthuid en bij onrijpe vruchten kleuren ze bruin.

  • Preventief: Gebruik de Horiver om de tripsdruk te monitoren. Vanaf 1 week voor bloei werk je het beste met met onze Thripex-plus zakjes. Deze roofmijten zullen de eerste larvenstadia van de trips bestrijden.

  • Curatief: Bij de aanwezigheid van trips kan je met Thripex strooien. Vanaf hogere aanwezigheid van trips kan men kiezen voor Thripor. Thripor is een roofwants die elk stadia van de trips penetreert. Orius kan zich ook voeden met stuifmeel en zal ook een enkele bladluis, kleine rupsen, mijten en witte vliegen voor zich nemen.

Spint

Spintmijten leven aan de onderzijde van het blad. Het schadebeeld is zichtbaar als gele bladstippen of vlekken.

  • Preventief: Je kan preventief Spical- Plus inzetten. Deze roofmijten komen geleidelijk aan uit en bouwen een populatie op in het gewas doordat deze ook stuifmeel op het menu hebben staan. Deze kan je dan ook best inzetten ten vroegste 1 week voor bloei.

  • Curatief: Vanaf je de eerste spintmijten hebt gesignaleerd is het aan te raden om Spidex Vital uit te strooien. Deze roofmijt leeft enkel en alleen op spintmijten. Bij spinthaarden kan je ook onze galmug Spidend inzetten. Deze galmug legt zijn eitjes bij de spinthaarden en de larven zullen dan de spinthaarden bestrijden.

Witte vlieg

Larven en adulten van witte vlieg nemen plantensap op en scheiden honingdauw af. Deze honingdauw zorgt voor vervuiling van het blad.

  • Preventief: Het is belangrijk om witte vlieg goed te monitoren. Dit kan met Horiver. Hierdoor kan je, door wekelijks te scouten, het witte vlieg niveau waarnemen. Na het planten en bij voldoende bladmassa kan je Limonica strooien. Deze roofmijt zal zich vestigen en ontwikkelen op de plant. Belangrijk dat je deze na uitzet ook voldoende bijvoedert. Limonica heeft en veelzijdig dieet zoals, witte vlieg larven en eieren, spintmijten en tripslarven. Vanaf een temperatuur van 17°C kan je ook En-strip inzetten. De volwassen vrouwelijke sluipwesp van de En-Strip parasiteert witte vlieg in het derde en vierde larvenstadium.

  • Curatief: Wanneer er grote druk van witte vlieg is voor het planten, is het aan te raden boven elke goot Rollertraps op te hangen, of alternatief 2.000 Horiver geel per hectare ophangen.

Bladluis

In aardbeieteelten kunnen er verschillende soorten bladluizen voorkomen.

  • Preventief: De eerste weken na de teelt kan je Aphiscout inzetten. In een verpakking Aphiscout zitten 250 mummies van 5 verschillende soorten sluipwespen. Deze sluipwespen gaan de eerste bladluizen opsporen en parasiteren. Sinds kort heeft Koppert ook Chrysopa-E in het gamma. Dit zijn Chrysopa eieren die afhankelijk van een bepaalde temperatuur na een paar dagen uitkomen. De larven die uit het ei komen gaan de bladluizen bestrijden. Tevens zal Chrysopa ook witte vlieg larven en een enkele trips aanvallen. Je kan de Chrysopa eieren heel gemakkelijk en gelijk verdelen in het gewas.

  • Curatief: Bij het vinden van de eerste bladluizen is het aan te raden om bij de haarden Chrysopa-L uit te strooien. Deze gaasvlieg larven gaan gelijk te werk tegen de bladluizen. Ook kan je werken met Aphidend. Deze galmug is heel gemakkelijk in te zetten en zal via de geur de bladluishaarden opsporen. De galmuglarven zullen dan ook de haarden van verschillende soorten bladluizen snel bestrijden.

Het is van belang om ook met een juiste strategie het scouten aan te houden zodat je op tijd kan corrigeren. Indien er nog andere plagen voorkomen in de teelt, kan je altijd terrecht bij je Koppert consultant.