Liriomyza huidobrensis

Nerfmineervlieg

Serpentine leafminer Liriomyza huidobrensis
Serpentine leafminer Liriomyza huidobrensis

Algemeen

De mineervlieg (Liriomyza huidobrensis) komt voor in allerlei groente- en sierteeltgewassen. Dit insect is afkomstig uit Zuid- en Midden-Amerika, heeft zich vervolgens via plantmateriaal verspreid en komt nu algemeen voor over de hele wereld. Deze soort kan met name in bladgroenten schadelijk zijn en veroorzaakt problemen in sla in de volle grond.

Over de nerfmineervlieg

Levenscyclus en uiterlijk van de nerfmineervlieg

Mineervliegen doorlopen de volgende ontwikkelingsstadia: ei, drie larvenstadia, een popstadium en het volwassen stadium. Volwassen mineervliegen zijn kleine, geel met zwart gekleurde vliegjes van hooguit enkele millimeters. Een volwassen vrouwtje maakt met haar getande legboor een gaatje om zich te voeden of om eieren te leggen, gewoonlijk aan de bovenkant van het blad. Eistippen zijn ovaal en moeilijk te onderscheiden van voedingsstippen.

De larven van Liriomyza huidobrensis zijn doorschijnend vuilwit. Als de larve uit het ei komt, begint hij direct met eten. De larve vreet zich een weg door het bladmoes en vormt daarmee een mijn in het blad. De buitenste lagen van het blad en de stengel blijven intact. Kort voor het verpoppen bijt de volgroeide larve met zijn monddelen een sikkelvormig gat in het blad. Na ongeveer een uur kruipt hij uit het blad en laat zich op de grond vallen. Dit gebeurt vroeg in de ochtend. De larve kruipt in de grond om zich te verpoppen. Een klein percentage van de larven blijft aan het blad hangen en verpopt zich daar, soms aan de bovenkant, maar vaker aan de onderkant van het blad. Wanneer de larve in het late derde stadium vlak voor het verpoppen uit zijn mijn komt, wordt hij voorpop genoemd. Dit stadium duurt slechts een paar uur.

Bestrijding van de nerfmineervlieg