Skip to content

Algemeen

De hennepnetelluis (Cryptomyzus galeopsidis) tast zwarte en rode bes aan. Hij is wijdverspreid in Europa en komt ook voor in het verre oosten van Rusland en in Noord-Amerika.

Biologische oplossingen voor Hennepnetelluis

Filters:
Alle filters verwijderen
Alles weergeven Minder tonen
gevonden producten:

Vragen of hulp nodig?

Zoek een distributeur

Kom meer te weten over

Schadebeelden

Hennepnetelluizen produceren grote hoeveelheden plakkerige honingdauw, waarop roetdauwschimmel groeit. De bladeren en vruchten worden snel zwart en het fruit kan onverkoopbaar worden.

Levenscyclus en uiterlijk van de hennepnetelluis

Bladluizen hebben een ingewikkelde levenscyclus, met zowel gevleugelde als ongevleugelde adulten. De bladluizen vertonen ook een grote verscheidenheid in kleur. In kassen planten ze zich ongeslachtelijk voort, waarbij onbevruchte levendbarende vrouwtjes steeds nieuwe generaties met vrouwtjes voortbrengen. Bladluizen vervellen vier keer voordat ze het volwassen stadium bereiken. Elke keer blijft er een witte vervellingshuid achter die hun aanwezigheid in het gewas verraadt.

De vleugelloze vrouwtjes van de hennepnetelluis zijn 1,3-2,6 mm groot en bleek groenachtig wit of soms gelig, vaak met een donkergroene streep over de rug. Het achterste derde deel van de sifonen is enigszins gezwollen.

In het voorjaar leeft de hennepnetelluis aan de onderzijde van de jonge bladeren van de bessenstruiken. Op zwarte bes induceert de bladluis geen gal. In juni verhuist de bladluis naar hennepnetel en andere Lamiaceae, waarvan de jonge bladeren omkrullen en oprollen. Sommige populaties blijven op de bessenstruiken.

Hulp nodig?