Levenscyclus en uiterlijk van de tabakstrips
De tabakstrips (Thrips tabaci) doorloopt zes ontwikkelingsstadia: ei, 2 larvenstadia, voorpop, pop en ten slotte het volwassen insect.
De eieren van de tabakstrips (Thrips tabaci) zijn niervormig en worden gelegd in bladeren, bloemblaadjes en zachte stengeldelen. Ze worden in het plantweefsel gelegd met een op een zaag gelijkende legboor. De larven zijn licht- tot geelgroen van kleur, hebben een grote kop en helderrode ogen. De kleur van de adult hangt af van de voedselbron.
De tabakstrips (Thrips tabaci) verpopt zich over het algemeen in de grond, maar er zijn ook poppen te vinden op bladeren, in bloemen of op andere beschutte plaatsen. De voorpop- en popstadia zijn te herkennen aan de vleugelaanleg. In vergelijking met een voorpop heeft een pop langere vleugelstompjes en langere antennen, die achterwaarts over de kop zijn gebogen. De voorpop- en popstadia eten niet en ze bewegen alleen als ze worden verstoord.