Witte vlieg

De larven hebben veel eiwit nodig voor hun groei. Ze nemen daarom grote hoeveelheden plantensap op. Dit sap bevat naast eiwit veel suikers en het overschot daarvan wordt weer uitgescheiden als honingdauw. Vooral de grotere larven scheiden veel honingdauw uit. Dit kan de volgende effecten op het gewas hebben:

• Als de populatie zeer groot is, kunnen door het zuigen de fysiologische processen van de plant worden beïnvloed, waardoor groeivermindering kan optreden. Bij fel zonlicht kunnen de bladeren afvallen en verwelken. Door deze bladschade kan de ontwikkeling van de vruchten worden beïnvloed waardoor oogstvermindering optreedt.
• Door plantensap te zuigen en honingdauw af te scheiden, verminderen witte vliegen de esthetische waarde van het gewas. Dit is met name van belang in de sierteelt.
• De honingdauw die op de vruchten terechtkomt, maakt ze erg kleverig (‘vet’). Hierdoor blijft er vuil plakken aan de vruchten en ontstaat er groei van roetdauwschimmels (Cladosporium spp.). De vruchten zijn dan onverkoopbaar. In zeer ernstige gevallen gaan de vruchten rotten. Ook op de bladeren ontwikkelt zich roetdauw. Hierdoor verminderen de fotosynthese en de verdamping.
• Er kan virusoverdracht plaatsvinden van de ene plant naar de andere. T. vaporariorum en B. tabaci kunnen allebei virussen overbrengen.