Phyllopertha horticola

Rozenkever

Algemeen

De rozenkever (Phyllopertha horticola) is een kever uit de familie Scarabaeidae. Het larvestadium, dat zich voedt met gras- en klaverwortels, veroorzaakt de meeste schade. De adulten voeden zich met de bladeren van bomen zoals eik, hazelnoot en berk, en met de bloemen en ontwikkelende vruchten van bijv. roos en kers.

Levenscyclus en uiterlijk van de rozenkever

De levenscyclus van de rozenkever (Phyllopertha horticola) bestaat uit de volgende stadia: ei, 3 larvenstadia, een popstadium en de volwassen kever.

Volwassen rozenkevers (Phyllopertha horticola) hebben roodbruine, enigszins harige vleugels met een donkere rand. Het nekschild is metaalachtig groen tot glanzend zwart. In Midden-Europa komen ze in mei of juni uit de grond. Zeer kenmerkend voor de rozenkever (Phyllopertha horticola) zijn de zwermen net boven het maaiveld. Deze zwermen bestaan uit mannetjes die voor de paring op zoek zijn naar op de grond verblijvende vrouwtjes. Kort na het paren beginnen de vrouwtjes eieren te leggen in de grond, tot 5 cm diep. Pas gelegde eieren zijn langwerpig. Op den duur worden ze bijna rond doordat ze water absorberen. De larven van de kever hebben een bruine kop en een witachtig lichaam. Gewoonlijk liggen ze in een typische C-vorm. Ze hebben drie paar poten, waarvan het middelste en achterste paar ongeveer even lang zijn. De verpopping vindt plaats rond maart of april. De poppen zijn crèmekleurig tot lichtbruin.

Bestrijding van de rozenkever